• Hoe? BRRAND
    • Leidinggevenden >
      • Bespreken
      • Redigeren
      • Regisseren
      • Acteren
      • Nadenken
      • Doen
    • Facilitators >
      • Bespreken
      • Redigeren
      • Regisseren
      • Acteren
      • Nadenken
      • Doen
  • Wie zijn we
  • Interventietheater
  • Train the trainer
  • Contact
BRRAND
  • Hoe? BRRAND
    • Leidinggevenden >
      • Bespreken
      • Redigeren
      • Regisseren
      • Acteren
      • Nadenken
      • Doen
    • Facilitators >
      • Bespreken
      • Redigeren
      • Regisseren
      • Acteren
      • Nadenken
      • Doen
  • Wie zijn we
  • Interventietheater
  • Train the trainer
  • Contact
Picture
Picture

Waarom?

Geen theaterstuk zonder script. Geen duurzame verandering zonder dat er geluisterd wordt naar de basis. ​

Wat? ​

  • De coördinatiegroep werft één of meer verhalengroepen uit het personeel. Zo breed én verticaal mogelijk.
  • Meerdere verhalengroepen zijn mogelijk in een grote organisatie met verschillende afdelingen of een zeer gelaagde organisatie met verschillende werkniveaus.

Hoe?

Verhalengroep:
  • De verhalengroep komt 4 tot 6 keer samen met jou als facilitator en bestaat uit 5 tot 9 mensen.
  • De tijd tussen de bijeenkomsten is 1 tot 3 weken.
  • In een eerste bijeenkomst maak je kennis. De leden wisselen de aspecten uit die volgens hen inspelen op burn-out op de werkvloer. Jij neemt akte en begeleidt de groep in een  richting die klopt met de methodiek.
  • In deze fase redigeer je. De aspectenlijst wordt de leidraad doorheen de volgende contacten.
  • Bij de drie partnerorganisaties noteerden we telkens 9 tot 10 aspecten. Soms komen er na een tweede of derde bijeenkomst nog aspecten bij, want de focus in de groep groeit. Veel leden zijn ook tussen de bijeenkomsten door met hun directe collega’s over het onderwerp bezig.

In de volgende bijeenkomsten zoekt de verhalengroep situaties die reëel zijn. Na de bijeenkomsten schrijf je telkens een aantal scènes. Ze worden op de volgende vergadering door de verhalengroepsleden gelezen en verbeterd – zowel taal, stijl als inhoud. Bereikt de groep een consensus over een scène? Pas dan is ze definitief.

Vooraf spreek je met de coördinatiegroep af dat de verhalengroep het script maakt. Er mogen geen veranderingen aangebracht worden door leidinggevenden of anderen die geen deel uitmaakten van de verhalengroep. Daarom zeg je bij het begin van de voorstelling dat het script een visie is van de collega’s uit de verhalengroep. Het brengt een bepaald subjectief beeld dat een aanzet geeft om over de situaties na te denken.


Scènes in het script
  • De scènes duren meestal slechts enkele minuten en vormen een verhaaldeel. Sommige scènes staan in het script alleen. Andere zijn deel van een reeks scènes die samen een verhaallijn weergeven. Meestal telt een script 9 tot 12 scènes.
  • Elke scène stelt minstens 1 dilemma scherp. De scène ‘staat open’: er is telkens een spanningsopbouw over een aspect dat niet goed gaat op en rond de werkplek. Daar stopt het: er wordt geen oplossing gegeven, laat staan een happy end. De methodiek laat de scène ‘open’, zodat je de toeschouwers aanzet om zelf een oplossing te vinden.
  • De verhalengroep vertrekt meestal van ‘hun verhalen’ (waarin ze zelf een hoofdrol speelden of waarvan ze getuige waren). De verhalen worden door jou  met behulp van de groep anoniem en universeel gemaakt. Universeel in die zin dat mensen uit een andere dienst zich moeten kunnen identificeren met het verhaal.

Rol van de coördinatiegroep en de facilitator:
De coördinatiegroep stelt de verhalengroep(en) samen na een open werving bij de medewerkers. Ze spreken na jouw advies de vergaderfrequentie af. Ze geven ook aan welke specifieke factoren binnen de organisatie de samenstelling van de verhalengroep(en) bepalen. De facilitator maakt op basis van de verhalen van de medewerkers de scripts.

Ervaringen uit het pilootproject
  • Een partnerorganisatie meldde een vorm van schaamte bij uitvoerende werknemers tegenover hun leidinggevenden. We spraken af om met twee verhalengroepen te werken. Eén van uitvoerende werknemers en één van de leidinggevenden. Beide groepen kwamen om de 10 dagen samen, met enkele dagen tussen beide groepen. We wilden zo komen tot één script. De facilitator bracht telkens de groepen op de hoogte van wat er in de andere groep tevoorschijn kwam. Daardoor bouwden beide groepen zonder schaamte aan eenzelfde script dat na 4 keer vergaderen (voor elke groep) klaar was. Zowel leidinggevenden als basiswerkers hadden aan de teksten gewerkt. Het is een rijkdom om één situatie vanuit verschillende posities te bekijken.
  • In een verhalengroep kwamen we eerst aan 8 aspecten. We hadden 4 vergaderingen voorzien. Maar op het einde kwam iemand met een nieuw aspect dat heel dicht op de huid van verschillende medewerkers zat.  Alle aanwezigen herkenden zich onmiddellijk in deze situatie . We hebben toen nog een vijfde vergadering bijgevoegd om dit aspect volledig uit te werken. De scènes daarover werden door de collega-toeschouwers tijdens de latere voorstelling sterk herkend.
  • Sommige aspecten vertoeven zo sterk in een taboesfeer dat er eerst een heel vertrouwde omgeving moet groeien voordat ze naar boven kunnen komen.
< Vorige stap: bespreken
Volgende stap = regisseren >
Powered by Create your own unique website with customizable templates.
  • Hoe? BRRAND
    • Leidinggevenden >
      • Bespreken
      • Redigeren
      • Regisseren
      • Acteren
      • Nadenken
      • Doen
    • Facilitators >
      • Bespreken
      • Redigeren
      • Regisseren
      • Acteren
      • Nadenken
      • Doen
  • Wie zijn we
  • Interventietheater
  • Train the trainer
  • Contact