Wat?
Hoe?Verhalengroep:
In de volgende bijeenkomsten zoekt de verhalengroep situaties die reëel zijn. Na de bijeenkomsten schrijf je telkens een aantal scènes. Ze worden op de volgende vergadering door de verhalengroepsleden gelezen en verbeterd – zowel taal, stijl als inhoud. Bereikt de groep een consensus over een scène? Pas dan is ze definitief. Vooraf spreek je met de coördinatiegroep af dat de verhalengroep het script maakt. Er mogen geen veranderingen aangebracht worden door leidinggevenden of anderen die geen deel uitmaakten van de verhalengroep. Daarom zeg je bij het begin van de voorstelling dat het script een visie is van de collega’s uit de verhalengroep. Het brengt een bepaald subjectief beeld dat een aanzet geeft om over de situaties na te denken. Scènes in het script
Rol van de coördinatiegroep en de facilitator: De coördinatiegroep stelt de verhalengroep(en) samen na een open werving bij de medewerkers. Ze spreken na jouw advies de vergaderfrequentie af. Ze geven ook aan welke specifieke factoren binnen de organisatie de samenstelling van de verhalengroep(en) bepalen. De facilitator maakt op basis van de verhalen van de medewerkers de scripts. Ervaringen uit het pilootproject
|