• Hoe? BRRAND
    • Leidinggevenden >
      • Bespreken
      • Redigeren
      • Regisseren
      • Acteren
      • Nadenken
      • Doen
    • Facilitators >
      • Bespreken
      • Redigeren
      • Regisseren
      • Acteren
      • Nadenken
      • Doen
  • Wie zijn we
  • Interventietheater
  • Train the trainer
  • Contact
BRRAND
  • Hoe? BRRAND
    • Leidinggevenden >
      • Bespreken
      • Redigeren
      • Regisseren
      • Acteren
      • Nadenken
      • Doen
    • Facilitators >
      • Bespreken
      • Redigeren
      • Regisseren
      • Acteren
      • Nadenken
      • Doen
  • Wie zijn we
  • Interventietheater
  • Train the trainer
  • Contact
Picture
Picture

Waarom?

Acteren – de voorstelling – maakt een onderwerp scherp zichtbaar dat in de dagelijkse werkelijkheid soms nauwelijks aan bod komt. Er hangen sluiers over burn-out en harde stress, maar die verdwijnen. Alles wordt helder. Meer nog: toeschouwers herkennen het onderwerp en beginnen erover na te denken. Ze worden gemotiveerd om er iets aan te doen.

Wat? ​

De essentie van een voorstelling
De verhalengroep heeft beelden in tekst omgezet en de acteurs brengen een gefocuste weergave van de realiteit. Deze realiteit focust op werkgeluk en burn-out. Of omgekeerd kun je ook zeggen: burn-out en werkgeluk toegepast op de context van de organisatie.

​Interventietheater gaat verder

De medewerkers-toeschouwers herkennen én delen deze beelden van de werkelijkheid. Ze komen tot een gezamenlijk aanvoelen ervan. Natuurlijk zullen 100 mensen in de zaal wel hun nuances hebben en soms ook lijnrecht tegenover elkaars aanvoelen naar het stuk kijken. Maar er wordt op zijn minst rond hetzelfde thema gevoeld en nagedacht.

Hoe?

  • Jij als facilitator legt de werkwijze van het stuk aan het publiek uit. Je neemt nu de rol van moderator op die na een interventie van een toeschouwer (‘inspringer’) een korte reflectie begeleidt met de inspringer, de acteurs en het publiek.
  • Alle scènes over eenzelfde aspect van burn-out en werkgeluk worden gespeeld. Het kan ook om één scène gaan die de essentie van een aspect vat. Het publiek kijkt.
  • Daarna wordt elke scène opnieuw gespeeld. Maar nu kan een toeschouwer ‘stop’ roepen, naar voren komen, de rol van een van de spelers innemen en vanuit de positie van dat personage de korte scène opnieuw starten en een verschil maken. De overige acteurs op het speelvlak improviseren vanuit hun positie en karakter op de actie van de interveniërende toeschouwer.
  • De toeschouwer stopt als hij/zij zijn punt gemaakt heeft of niet meer verder wil of kan. De moderator komt nu weer op het speelvlak en stelt aan de interveniërende toeschouwer, tegenspelers of toeschouwers korte reflecterende vragen. Bijvoorbeeld: hoe kwam de actie van de tegenspelers aan, heb je je ding volledig kunnen doen, waar wel en waar niet?
  • Ook aan het publiek stel je zulke vragen. Heel vaak wordt ook gevraagd of het publiek deze benadering of oplossing reëel of afdoende vindt en of er nog dingen moeten gebeuren? Vanuit dit gesprek staat er vaak een andere toeschouwer op die een totaal andere aanpak probeert of aanvult op de vorige interventie.
  • Het publiek ziet een verschillende kijk op hetzelfde aspect en gaat vergelijken. Het is een mogelijkheid om uit de subjectiviteit van de emotie te raken en te nuanceren. Augusto Boal, de grondlegger van deze methode, noemt dit ‘rehearsal for reality’ of ‘repetitie voor de realiteit’.
  • Als moderator begeleid je ook het eindgesprek. Na de voorstelling – die het best 2 uur duurt – volgt een pauze. Daarna komt iedereen de zaal weer binnen en wordt er een forumgesprek van een half uur gevoerd (zie nadenken) Hier kun je polsen naar de emoties tijdens het gesprek, de bevindingen, en je kunt met het publiek oplijsten wat er – zo concreet mogelijk – moet veranderen. Op die lijst kun je ook prioriteiten aanbrengen. Soms worden er digitale middelen ingezet, zoals de mentimeter (een digitaal systeem waarmee iedere toeschouwer via de smartphone een kwalitatieve stem kan uitbrengen).

De vormgeving van het stuk maakt interactie makkelijk
  • De beste locatie is een prikkelarme zaal met redelijke akoestiek (geen theaterzaal).
  • Er is geen podium. Het stuk speelt zich af op dezelfde hoogte als het publiek. Dus geen letterlijke drempel.
  • Het speelvlak situeert zich tegen een muur in de vorm van een halve cirkel (voor de meeste producties: straal 4 meter, achterste breedte tegen de muur is dus 8 meter).
  • Er wordt zonder geluidsversterking gespeeld, want dat verhoogt de drempel om in te springen nog. Ook jij als moderator gebruikt geen microfoon.
  • Rond de halve cirkel zitten de toeschouwers zo dicht mogelijk bij het speelvlak om alles nog beter aan te voelen. Zo houden ze een bijna reëel contact met het gebeuren.
  • Tussen het publiek zijn er diverse gangen voorzien die recht naar het speelvlak lopen, zodat de afstand naar het speelvlak voor een interveniërende toeschouwer zo klein mogelijk is.
  • Het licht in de zaal is hetzelfde als op het speelvlak. De toeschouwer is even belangrijk voor de dynamiek van de voorstelling als de vaste acteurs. We maken de voorstelling samen: het publiek, de vaste acteurs en de moderator, iedereen communiceert.
  • Doordat mensen in een halvemaan rond het speelvlak zitten, kunnen ze elkaar ook gemakkelijk zien. Deze opstelling toont meteen dat de voorstelling gemaakt is om te praten met elkaar.

De coördinatiegroep:
  • programmeert het stuk. Het doel is dat zo veel mogelijk personeelsleden kunnen komen kijken. Daarom plannen ze soms meerdere opvoeringen. 100 toeschouwers per voorstelling is de limiet om een goede akoestiek te garanderen.
  • zoekt een zaal voor de voorstelling.
  • bespreekt samen met jou hoe de reflectie in het forumgesprek tot stand komt en hoe er wordt genotuleerd.
  • plant na twee uur een pauze in, waarna het forumgesprek volgt.
  • bestelt de catering voor in de pauze.
  • verzorgt de promotie voor de voorstelling of besteedt ze uit aan een interne dienst. De promotie wordt gevoerd naar zowel uitvoerende medewerkers als leidinggevenden.

Ervaringen uit het pilootproject
  • Soms vindt het publiek tijdens de voorstelling – ondanks het uitgebreide werk van een verhalengroep in de redactiefase – nog nieuwe aspecten die de druk op de medewerkers verhogen.
  • De interactieve voorstelling vond plaats in de voormiddag. De coördinatiegroep had voor de 100 aanwezigen in de namiddag een tiental mensen gevonden om werkgroepen van een tiental personen te leiden rond aspecten die in de ochtend tijdens de korte reflecties tot stand kwamen. Het doel was om tot concrete voorstellen te komen die dan later moesten uitgevoerd worden in de organisatie. ​
< Vorige stap: regisseren
Volgende stap = nadenken >
Powered by Create your own unique website with customizable templates.
  • Hoe? BRRAND
    • Leidinggevenden >
      • Bespreken
      • Redigeren
      • Regisseren
      • Acteren
      • Nadenken
      • Doen
    • Facilitators >
      • Bespreken
      • Redigeren
      • Regisseren
      • Acteren
      • Nadenken
      • Doen
  • Wie zijn we
  • Interventietheater
  • Train the trainer
  • Contact